e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Martenslinde

Overzicht

Gevonden: 1904
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blij blij: blai (Martenslinde) blij [ZND 01 (1922)] III-1-4
blijven wachten blijven: ble:və (Martenslinde), blève (Martenslinde) blijven [ZND 25 (1937)] III-4-4
blijvend gebit wisseltanden: wi.sǝltān (Martenslinde) Op vijfjarige leeftijd heeft het paard een volwaardig gebit, meestal paardstanden genoemd. [JG 1a, 1b; N 8, 18a en 18b] I-9
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksəm (Martenslinde) bliksem [ZND 01 (1922)] III-4-4
bliksemen bliksemen: həd bliksəmp (Martenslinde, ... ), weerlichten: hət weͅrlix (Martenslinde, ... ), ps. omgespeld volgens IPA!  hət wēͅrlix (Martenslinde, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
bloed bloed: blūt (Martenslinde) bloed [ZND 01 (1922)] III-1-1
bloedworst bloedworst: blūtwos (Martenslinde), worst: woͅs (Martenslinde) bloedworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiker: bloedzooker (Martenslinde), minder vaak  blūtsōkər (Martenslinde), echel: echel (Martenslinde), eͅxəl (Martenslinde) bloedzuiger [ZND 01 (1922)], [ZND 33 (1940)] III-4-2
bloeien bloeien: blai̯ǝ (Martenslinde) De algemene uitdrukking voor het in bloei staan of bloesem dragen van planten en gewassen. In het materiaal-JG is uitdrukkelijk opgegeven dat het om het bloeien van koren gaat. In dit lemma worden de werkwoorden bijeengezet; in het volgende lemma komen de zelfstandige naamwoorden aan bod. [JG 1a, 1b; L A2, 373; L 32, 77, R 1, 37; monogr.] I-4
bloem bloem: blum (Martenslinde) Bloem bestaat uit het inwendige van de graankorrel, de meelkern, en is wit tot grauw van kleur. Het vormt de fijnste soort in de reeks produkten die tijdens het builen worden gescheiden. Bloem is uitermate geschikt om mee te bakken. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛmeelɛ en ɛboultéɛ. Het woordtype dobbele zero (Q 167) verwijst naar het feit dat de fijnheid van bloem met ø̄0ø̄ (zero) wordt aangegeven. Hoe meer zeroɛs, des te fijner de bloem. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma ɛbloemɛ in wld II.1, pag. 83.' [N O, 37c; JG 1a; JG 1b; Vds 246; Jan 240; Coe 218; Grof 245; monogr.] II-3