e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Martenslinde

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wannen met de wanmolen doorjagen: dørjǭgǝ (Martenslinde) Het werken met de wanmolen. Zie voor de fonetische documentatie van [wannen] het lemma ''wannen met de wan'' (6.3.1) en zie ook de toelichting bij dat lemma. [N 14, 39; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
want moffel: moeffel (Martenslinde) want, handschoen waarvan de vier vingers samen zitten [ZND 35 (1941)] III-1-3
was was: wás (Martenslinde) Afscheidingsprodukt uit de wasklieren van de bijen. Voorheen werd de bijenwas veel gebruikt als grondstof voor kaarsen. Momenteel wordt de bijenwas als grondstof vaak vervangen door plantenwas of belangrijk goedkoper te produceren chemicaliën. Nog steeds is de bijenwas van belang voor de bereiding van zalven, kosmetische produkten en boenwas, voor het modelleren van gietvormen en voor medische toepassingen. [N 63, 121a; JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 52; Ge 37, 145; monogr.] II-6
waterdamp, wasem zwadem: zu̯āi̯əm (Martenslinde) damp [ZND 33 (1940)] III-2-1
waterdorpel vensterdorpel: venstǝrdęlpǝr (Martenslinde) Horizontale laag bakstenen of natuursteen aan de onderkant van een raamkozijn. De waterdorpel wordt vooral toegepast bij zeer dikke muren. Wordt de dorpel uit bakstenen samengesteld, dan worden deze gemetseld in de vorm van een afwaterend gestelde rollaag. Zie ook afb. 57e. In Q 194 werd voor een waterdorpel gebruik gemaakt van 'ijzerklinkers' ('īzǝrklēŋkǝrs'), in K 353 van arduin. [N 55, 44c; N 32, 12c; L 31, 12a; monogr.; S 39, add.; A 46, 10c, add.] II-9
weduwe weef: weef (Martenslinde) weduwe [ZND 08 (1925)] III-2-2
weer genezen weer op zijn stokken: wier op z`n stekke (Martenslinde) hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
weerlichten heilichten: ps. bij benadering omgespeld volgens IPA.  tež ōͅnt hēͅlixtə (Martenslinde) weerlichten [ZND 21 (1936)] III-4-4
weerlichtx weerlicht: weͅrlix (Martenslinde) bliksem [ZND 01 (1922)] III-4-4
weersgesteldheid weer: wēͅr (Martenslinde) (vuil, slecht) weer [ZND 08 (1925)] III-4-4