24279 |
winterkoninkje |
winterkoninkje:
weͅntərkiêninkske (Q089p Martenslinde)
|
winterkoninkje [ZND 34 (1940)]
III-4-1
|
33238 |
winterwortelen |
wortelen:
wǫtǝlǝ (Q089p Martenslinde)
|
Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.]
I-5
|
33779 |
wisselen van de tanden |
wisselen:
wi.sǝlǝ (Q089p Martenslinde)
|
Het breken of wisselen van de veulentanden gebeurt op twee en een half- à drie en een halfjarige leeftijd; het veulen verliest de melktanden en krijgt paardetanden, eerst de twee voorste tanden of binnentanden. Als het omstreeks vier jaar is, breken de twee middentanden en op vier en een half- à vijfjarige leeftijd de twee hoektanden. [JG 1a, 1b; N 8, 19]
I-9
|
33772 |
wit stervormig vlekje op het voorhoofd |
lange ster:
laŋ stār (Q089p Martenslinde),
ster:
stār (Q089p Martenslinde)
|
Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27]
I-9
|
34538 |
wit van het ei |
wit:
wit (Q089p Martenslinde)
|
[JG 1b, 1c; monogr.]
I-12
|
33479 |
witte aalbes |
witte wiemelen:
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4
witə wīməl (Q089p Martenslinde)
|
witte aalbes [ZND 01 (1922)]
I-7
|
20654 |
witte kool |
kabots:
kəboͅ.tsə (Q089p Martenslinde),
wit moes:
wit mūs (Q089p Martenslinde)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
24280 |
witte kwikstaart |
akkermannetje:
akərmeͅnkə (Q089p Martenslinde),
koeheerdje:
kuhi̯ieͅtšə (Q089p Martenslinde),
koewachtertje:
kuwāxtərkə (Q089p Martenslinde),
kwikstaart:
kwikstat (Q089p Martenslinde, ...
Q089p Martenslinde)
|
kwikstaart [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)]
III-4-1
|
18867 |
woede |
gift:
gif (Q089p Martenslinde)
|
gift (woede) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
24907 |
woensdagx |
goensdag:
gunzdəx (Q089p Martenslinde)
|
woensdag [ZND 10 (1925)]
III-4-4
|