e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Martenslinde

Overzicht

Gevonden: 1904
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geluk geluk: xəlek (Martenslinde) Ge moet hem dat geluk gunnen (hij heeft het verdiend, ge moet hem niet benijden). [ZND 24 (1937)] III-1-4
geluksvogel; altijd geluk hebben chance (fr.) hebben: dè hët chance (Martenslinde), geluksvogel: das ⁄ne geleksvwogəl (Martenslinde) Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemoak (Martenslinde), gəmōͅk (Martenslinde) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gemèkelek (Martenslinde), gəmēͅkəlik (Martenslinde), xəmɛ̄kəlik (Martenslinde) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemaskerd persoon masker: masker (Martenslinde), vermomde: vərmumdə (Martenslinde) Hoe heet: een gemaskerd persoon? [ZND 31 (1939)] || Maskeraad (gemaskerd persoon). [ZND 01 (1922)] III-3-2
gemeen gemeen: ook materiaal znd 23, 79  gemeen (Martenslinde), gəmēn (Martenslinde, ... ) gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeente gemeente: gəmēntə (Martenslinde, ... ) gemeente [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemeentehuis gemeentehuis: gəmēntəhōͅəs (Martenslinde) gemeentehuis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemene vrouw kwade tang: dazənkoitaŋ (Martenslinde), venijnige, een -: tezənvənainigə (Martenslinde) Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)] III-1-4
gemok geprot: geprot (Martenslinde) gemok [ZND 01 (1922)] III-1-4