e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Martenslinde

Overzicht

Gevonden: 1904
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huis, woning huis: hōͅs (Martenslinde) huis [ZND 01 (1922)] III-2-1
huisjesslak karakol: krakol (Martenslinde) slak, huisjesslak [ZND 06 (1924)] III-4-2
huismus, mus mus: meͅs (Martenslinde) mus [ZND 01 (1922)] III-4-1
huisvlieg, vlieg huisvlieg: in notatie van Pieter G.  hōͅsflīg (Martenslinde) vlieg, huis— [ZND 01 (1922)] III-4-2
huiveren schuieren: šui̯ərə (Martenslinde) huiveren [ZND 01 (1922)] III-1-2
huurhuis huurhuis: hīrhōͅs (Martenslinde) huurhuis [ZND 01 (1922)] III-2-1
huurpenning meepenning: mipénning (Martenslinde), mīpeͅniŋ (Martenslinde), Van Dale: meepenning, godspenning, huurpenning.  mīpeͅni̯ŋ (Martenslinde) Hoe noemt men de huurpenning (geldstuk door boeren aan dienstpersoneel gegeven bij t huren)? [ZND 16 (1934)] || huurpenning [ZND 01 (1922)] || meepenning (handgeld) [ZND 01 (1922)] III-3-1
huwelijk houwelijk: hauəlik (Martenslinde) huwelijk [ZND 01 (1922)] III-2-2
iemand uitschelden uitschabijnen: oud  ootsjabaaine (Martenslinde), uitschijten: plat  ootsjetə (Martenslinde), verwijten: verwete (Martenslinde) Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)] III-1-4
ijsbaan scharrewrikbaan: šəvrikbōͅn (Martenslinde) Een slierbaan (glijbaan op het ijs). [ZND 06 (1924)] III-3-2