e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knuppel, knots knuppel: knuppel (Mechelen) knuppel [SGV (1914)] III-1-2
koe koe: kø̄ (Mechelen), (Mechelen) Volwassen vrouwelijk rund, in de regel een rund dat één of meerdere keren gekalfd heeft. Zie afbeelding 5. Op de kaart is het woordtype koe niet opgenomen. [JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 11; Gwn V, 2a; L 1a-m; L 4, 37; L 5, 27b; L 7, 61b; L 14, 26 en 88; L 20, 11; L 27, 5 en 57; L 29, 44; L 38, 44; L 40, 21b; L 44, 16, 21a en 39; R 12, 29; R (s] I-11
koe die eenmaal heeft gekalfd eerste koe: īrštǝ [koe] (Mechelen) Zie afbeelding 6. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N C, 14a; monogr.] I-11
koe die tweemaal heeft gekalfd tweede koe: twɛi̯dǝ [koe] (Mechelen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) resp. (kalf) de lemmata ''koe'' (3.3.1) en ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 26a; N C, 14b] I-11
koe met gebogen, opgezette rug poekelsrug: pūkǝlsrø̜k (Mechelen) [N 3A, 145c] I-11
koe met hellend kruis hangevot: haŋǝvǫt (Mechelen), hangvot: haŋvǫt (Mechelen) [N 3A, 145a; monogr.] I-11
koe met korte poten diepe koe: dēpǝ kō (Mechelen), neerkoe: nērkō (Mechelen) [N 3A, 142b] I-11
koe met rode vlek op de poot vlekpoot: vlɛkpūt (Mechelen) [N 3A, 138] I-11
koe met slappe, doorgezakte rug zalenrug: zālǝrø̜k (Mechelen) [N 3A, 145b] I-11
koe met ver uitspringende hielen hakkenkoe: hakǝkō (Mechelen) [N 3A, 144b] I-11