e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ventilatiepan lochtpan: loxpan (Mechelen) Dakpan met een ventilatie-opening. Een dergelijke opening werd in Q 202 een loftlok (loflǭk) genoemd. [N 32, 45a] II-8
ver uitspringende hielen hakpoten: hakpū.tǝ (Mechelen) [N 3A, 144a; monogr.] I-11
verankeren verankeren: vǝraŋkǝrǝ (Mechelen) Muren en balklagen met behulp van ankers met elkaar verbinden ten einde het uitwijken van de muren te voorkomen. [N 54, 122a] II-9
verbindingspennen gudpin (enkelv.): gø̜tpen (Mechelen) De houten of ijzeren pennen die de vergaringen met elkaar verbinden. [N 17, 66; N G, 45d] I-13
verbruien verdommen: verdômme (Mechelen) verbruien [SGV (1914)] III-1-4
verdacht verdacht: verdag (Mechelen) verdacht [SGV (1914)] III-3-1
verdoven houwen: hōwǝ (Mechelen), verdoven: vǝrdōǝvǝ (Mechelen) Het slachtvee verdoven alvorens het de keel door te snijden. Woordtypen als "schieten", "doodslaan", "houwen", "pin indrijven" geven aan hoe het verdoven in zijn werk gaat. [N 28, 6; N 28, 12b; monogr.] II-1
verdriet; verdriet doen leed: leed (Mechelen, ... ), leet (Mechelen) leed [SGV (1914)] || smart [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)] III-1-4
verdrogen nalaten: nǭlǭtǝ (Mechelen), verzijen: vǝrzii̯ǝ (Mechelen) Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a] I-11
verdunde lijm verdunde lijm: vǝrdøndǝ līm (Mechelen) De met water verdunde lijmoplossing die op het grondhout wordt gestreken om de goede lijm bij het fineren niet te diep te laten intrekken. [N 54, 3] II-12