30596 |
verf |
verf:
vɛrǝf (Q204a Mechelen)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
30272 |
vergaring |
vellingkoppen:
veleŋkø̜p (Q204a Mechelen)
|
De verbindingen of de raakvlakken tussen de uiteinden van de velgblokken. [N 17, 66; N G, 45c, monogr]
I-13
|
21389 |
vergoeden |
vergoeden:
ps. omgespeld volgens Frings.
vergøͅje (Q204a Mechelen)
|
vergoeden [SGV (1914)]
III-3-1
|
21412 |
verhaal |
geschichte (du.):
gəsjiechtə (Q204a Mechelen)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
21660 |
verhogen |
opslaan:
de bagge zunt opgeschlage (Q204a Mechelen),
opschlowe (Q204a Mechelen),
opsjlôôn (Q204a Mechelen)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
verjaordaag (Q204a Mechelen),
verjoardag (Q204a Mechelen),
Karte 183.
verjaardag (Q204a Mechelen)
|
Geburtstag. || Hij was gisteren jarig, maar ik ... zn hele verjaardag vergeten. [DC 45 (1970)] || verjaardag [SGV (1914)]
III-3-2
|
34171 |
verkeerd liggen |
verkeerd liggen:
verkeerd liggen (Q204a Mechelen)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vreeje (Q204a Mechelen)
|
vrijen [SGV (1914)]
III-3-1
|
20367 |
verkering hebben |
vrijen:
vreeje (Q204a Mechelen),
vrei̯ə (Q204a Mechelen)
|
vrijen [DC 38 (1964)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
18001 |
verkillen |
killen:
kelle (Q204a Mechelen)
|
verkleumen [SGV (1914)]
III-1-2
|