e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mechelen

Overzicht

Gevonden: 4070
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boter botter: botǝr (Mechelen) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boterham boterham: botteram (Mechelen), botterram (Mechelen), Syst. WBD  boteram (Mechelen) Een boterham (stuk, botteram?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham (kinderwoord) bam: bam (Mechelen), nieuwe benaming!  bam (Mechelen), bammetje: Syst. WBD  bammeke (Mechelen), taart: Syst. WBD  taat (Mechelen), vroegere benaming!  taat (Mechelen) Kinderwoord voor boterham (bam, boo?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met kaas kaasboterham: kiejesbotteram (Mechelen), kiësbotterram (Mechelen) Boterham met kaas (keesbam, keistaat, sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met vet ekster: Syst. WBD Zwarte boterham met makkèj (=kwark).  ékster (Mechelen), vetfeik: vetfeik (Mechelen) Boterham met vet (sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham van wit en zwart brood half en half: haaf en haaf (Mechelen) Boterham van wit en zwart brood (preekheer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterhamworst schinkenworst: schinkewoasj (Mechelen) hamworst /schinken- [N 06 (1960)] III-2-3
boterlepel pletslepel: om boterfiguren te maken  plètsjlèèpel (Mechelen) lepel, houten ~; inventarisatie benamingen (boterspaan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
botervlootje boterschotel: botterscho‧tel (Mechelen), boterschoteltje: bòttersjuttelke (Mechelen), boterteldertje: bòttertèlderke (Mechelen) botervlootje [N 20 (zj)] III-2-1
botteriken bokken: bøk (Mechelen), haletten: ha`lętǝ(n) (Mechelen) De ladderachtige constructies die vóór en achter op de hooikar worden geplaatst om de laadcapaciteit te vergroten. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s b en c. De term ladders ("ledders" en "leren") wordt zowel voor de botteriken als voor de zijladders gebruikt; zie het lemma ''zijladders van de oude kar''. Het lemma bevat alleen meervouden.' [N 17, 70; JG 1a, 1b, 2a; add. uit N 17, 40 en A 41, 24; monogr.] I-3