e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruidenjenever bittere: bittere (Meerlo) kruidenjenever; Hoe noemt U: Jenever met kruiden (pop) [N 80 (1980)] III-2-3
kruidnagel kruidnagel: met lengteteken op de a  krŭŭtnägel (Meerlo) kruidnagel [SGV (1914)] III-2-3
kruidwijding onze-lieve-vrouw-kruidwis: O.L.Vr. kuŭrtwis (Meerlo) O.L. Vrouw Kruidwijding [SGV (1914)] III-3-3
kruidwis boekend: toekent (Meerlo), els: els (Meerlo, ... ), haver: haver (Meerlo), kruidwis: kruutwis (Meerlo), Samenstelling: 1. reindersknöp (boerewormkruid 2. appel of peer; 3. haver; 4. koeëlblad (koolblad 5. els (alsum).  krüdwis (Meerlo), verzameling kruiden, gewijd op 15 augustus  krüdwis (Meerlo), mangelwortelenblad: mangelworteleblad (Meerlo), reinvaartsknop: rijnvaartsknø͂ͅp (Meerlo) Hoe heeten de kruiden, die gezegend worden? [SGV (1914)] || kruidwis [N 06 (1960)] || Verzameling kruiden die gewijd worden op vijftien augustus. III-3-2, III-3-3, III-4-3
kruik kruik: kroek (Meerlo) kruik [SGV (1914)] III-2-1
kruim kruim: kroem (Meerlo) kruim [SGV (1914)] III-2-3
kruimel kruimel: kryməl (Meerlo) kruimel III-2-3
kruin kruin: krŭŭn (Meerlo) kruin [SGV (1914)] III-1-1
kruipend ongedierte gewormt: gewörmt (Meerlo) insecten, allerlei — samen III-4-2
kruipolie kruipolie: krūp˱ōli (Meerlo) Dunne olie die wordt gebruikt voor het losmaken van vastgeroeste machineonderdelen, moeren en bouten etc. [N 33, 307] II-11