e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onderkussen, peluw hoofdpulf: høͅtpølf (Meerlo), pulf: pøləf (Meerlo) langwerpig rond hoofdkussen || peluw [SGV (1914)] III-2-1
onderlegplaat onderlegger: ōndǝrlęgǝr (Meerlo) Blokje met gaten van verschillende grootte, dat onder de plaat gelegd wordt waarin met een doorslag gaten moeten worden geslagen. Zie ook afb. 54. De schijf (Q 83) was een ijzeren blok waarin verschillende gaten waren aangebracht. [N 33, 349] II-11
ondermuts ondermuts: ūndermuts (Meerlo) ondermuts III-1-3
onderrok rok: rok (Meerlo) steeds onderrok III-1-3
ondersteunen stijperen: stipǝrǝ (Meerlo) Een muur onderschragen met een stut of schoor. Zie voor de fonetisch niet gedocumenteerde vormen het lemma 'Muur'. [N 31, 48a; monogr.] II-9
onderwijzer meneer: menier (Meerlo) onderwijzer; Hoe wordt hij tegenwoordig genoemd? [DC 48 (1973)] III-3-1
onderwijzeres juffrouw: Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  juffrouw (Meerlo) een vrouwelijke leerkracht aan een lagere school (basisschool) [meesteres, tietepoot, metres, meesterse] [N 90 (1982)] III-3-1
onderzoek onderzoek: Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  onderzuuk (Meerlo) alle naspeuringen in een zaak [onderzoek, visitatie] [N 90 (1982)] III-3-1
ondeugend, stout stout: stolt (Meerlo) stout, niet gehoorzamend aan bevelen, vooral gezegd van kinderen [ondeugend, ondeugendig, deugnietachtig] [N 85 (1981)] III-1-4
ondeugende vrouw loeder: loeder (Meerlo) een vrouw die zich niet aan de zedelijke normen houdt, zich niet volgens deze gedraagt, en zich er niet aan stoort [loeter] [N 85 (1981)] III-1-4