e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stijfkop warskop: werskop (Meerlo) iemand die zeer koppig is, die niet graag ongelijk toegeeft [stijfkop, werskop, stijloor, strekel] [N 85 (1981)] III-1-4
stijfkoppig wars: wers (Meerlo) niet gemakkelijk te bewegen een houding of opvatting te laten varen of ongelijk te bekennen, zeer koppig [stug, wers] [N 85 (1981)] III-1-4
stijfsel stijf: stīf (Meerlo) stijfsel III-2-1
stikken stikken: stikke (Meerlo) Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)] III-1-2
stille regen stille regen: stille rège (Meerlo) stille regen (vooral met sneeuw) [slek] [N 81 (1980)] III-4-4
stinken stinken: steenke (Meerlo) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stoel stoel: stūl (Meerlo, ... ) stoel [SGV (1914)] III-2-1
stoep stoep: stoep (Meerlo) stoep [SGV (1914)] III-3-1
stoep, trottoir stoep: stoep (Meerlo) stoep [SGV (1914)] III-2-1
stof stof: stōf (Meerlo), stóf (Meerlo) stof [SGV (1914)] || stof: weefsel van verschillende aard III-1-3, III-2-1