e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zakhorloge loge: loeëzie (Meerlo) uurwerk dat men aan een ketting in het vestzakje of de broekzak draagt [knol, raap] [N 86 (1981)] III-1-3
zalig zalig: zalig (Meerlo) zalig [SGV (1914)] III-3-3
zand strooien strouwen: strŏwwe (Meerlo) Het strooien van wit zand op de vloer (strooien, strooiselen, opzanden) [N 79 (1979)] III-2-1
zand, zandgrond zand: zānt (Meerlo) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zandbank zandbank: zandbaank (Meerlo) zandbank, hoger gelegen deel van zand in een rivier of meer [bank, zandskel, zandbplaat, visplaat] [N 81 (1980)] III-4-4
zandkorrel, korreltje zand korentje: ps. boven de ö moet nog een lengteteken staan; deze combinatieletter is niet te maken! (of omspellen: ›?).  körke (Meerlo), korreltje: ⁄n kurrelke zand (Meerlo) korreltje || zandkorrel, korreltje zand [zandeke] [N 81 (1980)] III-4-4
zanglijster, lijster lijster: liester (Meerlo, ... ) lijster [SGV (1914)] III-4-1
zaniken, zeuren zaniken: sanike (Meerlo), zanike (Meerlo), zemelen: zimmele (Meerlo), zeuren: seure (Meerlo) langdurig of telkens op dezelfde toon of lastige manier over iets spreken, bijv. om zich te beklagen [zeuren, zaniken, zemelen, nijnaaien, merelen, nosteren, memmen, melken, naaien, moesjanken] [N 87 (1981)] || steeds over een vervelende wijze over iets spreken [semmelen, zeveren, zagen, zemelen, zeuren, zaniken] [N 85 (1981)] || zaniken [SGV (1914)] || zeuren [SGV (1914)] III-3-1
zavel, lichte klei leem: lieëm (Meerlo) zand met kwarts, gele, bruine of grijze aarde [zavel] [N 81 (1980)] III-4-4
zedelijk slecht meisje fluit: fluit (Meerlo), sloerie: sloerie (Meerlo), vlemmentette: vlemmetette (Meerlo) een zedelijk slecht meisje [wiender, loeder, loopster, kit, duivin, lellebel, sloerie, wats, flauwtoet] [N 86 (1981)] || lichtzinnige vrouw || vrouw die zich ordinair kleed m.b.v. de zinnen te prikkelen III-2-2