e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breeddorser dwarsdorser: dwarsdǫrsǝr (Meerlo) Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
breekijzer breekijzer: brɛ̄k˱īzǝr (Meerlo) Vierkante, naar onderen plat uitgesmede beitel van staal of van gehard of verstaald ijzer die dient voor het slopen van hout- of metselwerk. Voor zwaar sloopwerk zijn er ook ronde uitvoeringen van dit werktuig, 70 tot 80 cm lang, met plat uitgesmeed einde. Zie voor een afbeelding van het breekijzer ook Wld ii.9, pag. 17, lemma "steenbeitel". [N 33, 114; N 53, 43a] II-11
breien breien: breije (Meerlo) breien [SGV (1914)] III-1-3
breinaald breinaald: breinaold (Meerlo) breinaald III-1-3
brem brem: brem (Meerlo) brem [DC 47 (1972)] III-4-3
brengen brengen: brènge (Meerlo) brengen [SGV (1914)] III-1-2
bretel galg: galge (Meerlo), help: hèlpe (Meerlo), lits: litse (Meerlo) bretels III-1-3
breuk breuk: breuk (Meerlo) breuk [SGV (1914)] III-1-2
brevier brevier (<lat.): brevier (Meerlo) brevier [SGV (1914)] III-3-3
brief brief: bre.f (Meerlo), brīēf (Meerlo) brief [RND], [SGV (1914)] III-3-1