19224 |
raden |
raden:
roaje (L217p Meerlo),
met lengteteken op de ä en ö
räöje (L217p Meerlo)
|
raden (ww.) [SGV (1914)] || raden, raad geven
III-1-4
|
33577 |
radijs |
radijs:
radies (L217p Meerlo)
|
I-7
|
21209 |
radio |
radio:
Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!
radio (L217p Meerlo)
|
een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18167 |
rafel |
dreumel:
dreumel (L217p Meerlo),
femmel:
B.v. Dao hungt enne femmel án ów klieëd.
femmel (L217p Meerlo),
rafel:
Men gebruikt het Ned. woord.
rafels (L217p Meerlo),
vetsel:
fetsel (L217p Meerlo)
|
Hoe noemt men de losse draden, die uit een weefsel loslaten? (Nederl. rafels) [DC 31 (1959)] || loshangende draad aan kleed etc. || losse draad van stof || rafel
III-1-3
|
18168 |
rafelen |
rafelen:
raffele (L217p Meerlo),
riffele (L217p Meerlo),
riffelen:
refǝlǝ (L217p Meerlo)
|
aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)] || rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.]
II-7, III-1-3
|
19576 |
ragebol |
spinnenjager:
spenəjēͅgər (L217p Meerlo),
spenəjɛ̄gər (L217p Meerlo)
|
raagbol [SGV (1914)]
III-2-1
|
21164 |
rails |
rails (<eng.):
Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!
rils (L217p Meerlo)
|
de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
29548 |
rakelijzer |
sintelstoter:
sentǝlstōtǝr (L217p Meerlo
[(om de sintels los te stoten)]
),
slekkenhaak:
slɛkǝnhǭk (L217p Meerlo
[(ijzer dat aan één uiteinde J-vormig omgebogen is -- wordt gebruikt om sintels uit het vuur te halen)]
)
|
IJzeren staaf met een recht of gebogen uiteinde, waarmee de smid de omvang van het vuur regelt en sintels uit het vuur verwijdert. Zie ook afb. 11 en het lemma "rakelijzer" in Wld II.8, pag. 21. Het betreft daar een vergelijkbaar voorwerp dat door de pottenbakker wordt gebruikt. Zie voor het woordtype stochelijzer (Q 121, 121b) ook RhWb (VIII), kol. 720, s.v. ɛstochelnɛ, ɛstöchelnɛ, "das Feuer, den Ofen (...) schüren mit dem Schürhaken".' [N 33, 31; N 33, 32]
II-11
|
19433 |
ramen lappen |
zemen:
ziejeme (L217p Meerlo),
ziəmə (L217p Meerlo)
|
Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)] || zemen
III-2-1
|
19977 |
rammelaar |
rammel:
remmel (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo),
rammeltje:
remmelke (L217p Meerlo),
pag. 234: rammelaar, nl. kinderspeelgoed (z. remmelke).
remmelke (L217p Meerlo)
|
Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || Kinderspeelgoed. || konijn, mannetje [DC 04 (1936)] || mannetje v haas of konijn
III-2-1, III-3-2
|