e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sacristie gerfkamer: gerfkamer (Meerlo), sacristie: woord niet goed te lezen  sakersteej (?) (Meerlo) gerfkamer [SGV (1914)] III-3-3
salamander salamander: salamander (Meerlo) salamander [DC 07 (1939)] III-4-2
samenspannen heulen: Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  heule (Meerlo), houden: heej hild et mit um (Meerlo), met iemand overdoen: hej duut mit em ŏver (Meerlo) heulen (met iemand) [SGV (1914)] || samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)] III-3-1
sap in planten sap: eigen spellingsysteem  sap (Meerlo) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht sap: eigen spellingsysteem  sap (Meerlo, ... ) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7
saus saus: sòwz (Meerlo) saus [RND] III-2-3
savooiekool savooiekool: savojjekoeël (Meerlo), eigen spellingsysteem  savoeë koeël (Meerlo) De witgele sluitkool met gekrulde bladeren; savooikool, die zeer dicht geplant wordt en zonder vaste krop geoogst (schelk). [N 82 (1981)] || savooie kool I-7
schaaf schaaf: sxāf (Meerlo) Werktuig, bestaande uit een houten blok waarin een beitel in schuine stand zodanig is bevestigd, dat het snijvlak ervan aan de onderzijde enigszins uitsteekt. De schaaf wordt gebruikt om hout vlak te maken of om er een bepaalde vorm aan te geven. [N 53, 53; S 30; monogr.] II-12
schaafbank, schaafmachine schaafbank: sxāf˱bãŋk (Meerlo), schaafmachine: sxāfmǝšīn (Meerlo) De werkbank of machine voor het schaven van metaal. Schaafbanken werden door de smid gebruikt bij het bewerken van platte vlakken van middelmatige breedte en lengte (Kuyper, pag. 297). Grotere voorwerpen werden vooral met behulp van een schaafmachine bewerkt. Dit werktuig was volgens verschillende respondenten niet typisch voor een smederij; het werd vooral aangetroffen in fabrieken om machinedelen zuiver vlak te schaven. [N 33, 287; N 33, 348] II-11
schaal schaal: schoal (Meerlo) schaal [SGV (1914)] III-2-1