e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tabak tabak: tebak (Meerlo) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tabakspruim pruim: proem (Meerlo) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tafel tafel: toafel (Meerlo), tōͅfəl (Meerlo), toͅfəl (Meerlo) een houten tafel [Roukens 12 (1937)] || tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelbroeder; niet te gebruiken tafelbroer: toffelbruur (Meerlo) tafelbroeder [DC 05 (1937)] III-2-2
tafelzuster; niet te gebruiken tafelzuster: toffelzuster (Meerlo) tafelzuster [DC 05 (1937)] III-2-2
tak (alg.) tak: tak (Meerlo), tek (Meerlo), eigen spellingsysteem  tak (Meerlo) (jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] || tak [SGV (1914)] III-4-3
tak van een geslacht familie: femilie (Meerlo) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
takken (coll.) kroon: eigen spellingsysteem  kroeën (Meerlo), tak (mv.): täk (Meerlo) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] || takken (mv.) [SGV (1914)] III-4-3
tand tand: tand (Meerlo) tand [SGV (1914)] III-1-1
tanden tanden (mv.): tand (Meerlo) tanden [SGV (1914)] III-1-1