e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voet voet: vōēt (Meerlo), vūūt (Meerlo) voet [SGV (1914)] || voeten [SGV (1914)] III-1-1
voetbankje voetenbankje: vutəbɛŋkskə (Meerlo) voetbankje III-2-1
voetganger voetganger: Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  voetganger (Meerlo) een persoon die te voet gaat [voetganger, voetreiziger, voeteerder] [N 90 (1982)] III-3-1
voetgangershek haspel: hāspǝl (Meerlo), hekken: hɛkǝ (Meerlo), poortje: pø̜rtjǝ (Meerlo) Een smalle doorgang tussen weien of landerijen. Men kent verschillende vormen zowel van ijzer als van hout gemaakt. Nogal toegepast is een houten of een ijzeren kruis dat kan draaien op een zware paal. Verder komen voor een draaiende haspel of draaimolentje, een hek van latwerk, drie palen in een driehoek geplaatst, twee horizontale balken waar men doorheen moet kruipen, een klapdeurtje of vaste palen die een bocht vormen. De benamingen voor de verschillende vormen wijken zo weinig van elkaar af dat ze in √©√©n lemma zijn ondergebracht. [A 25, 6; A 25, 8; L 19B, 5a; L 19B, 6; S 43; monogr.] I-8
voetjespasser binnenpasser: benǝpasǝr (Meerlo) Passer met rechte benen waarvan de uiteinden naar buiten zijn omgebogen. De voetjespasser wordt gebruikt om de binnenmaten van een hol voorwerp op te meten. Zie ook afb. 84. [N 33, 252j; N 64, 80b; N 66, 1b] II-11
voetjicht pootje: pŭŭtje (Meerlo) Voetjicht: soort jicht die zich openbaart door een hevige pijn in de voet, vooral in het gewricht tussen middenvoetsbeentje en grote teen, podagra (voetje, pootje, kozijntje, voetjicht). [N 84 (1981)] III-1-2
vogel op de schutsboom vogel: vogel (Meerlo, ... ) De houten vogel die afgeschoten moet worden. [N 88 (1982)] || Meestal bedoelde het woord de vogel van de schutterij op de "schietboeëm". III-3-2
vogel, algemeen mus: mus (Meerlo), vogel in het algemeen  mus (Meerlo), vogel (enk.): vogel (Meerlo, ... ), vögel (Meerlo) vogel [SGV (1914)] || vogel (in het algemeen) || vogels [SGV (1914)] III-4-1
vogelmest mest: meest (Meerlo) vogelmest (douane) [N 83 (1981)] III-4-1
vogelmuur muur: mieër (Meerlo) muur (plant) III-4-3