33138 |
breeddorser |
dwarsdorser:
dwarsdǫrsǝr (L217p Meerlo)
|
Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
27378 |
breekijzer |
breekijzer:
brɛ̄k˱īzǝr (L217p Meerlo)
|
Vierkante, naar onderen plat uitgesmede beitel van staal of van gehard of verstaald ijzer die dient voor het slopen van hout- of metselwerk. Voor zwaar sloopwerk zijn er ook ronde uitvoeringen van dit werktuig, 70 tot 80 cm lang, met plat uitgesmeed einde. Zie voor een afbeelding van het breekijzer ook Wld ii.9, pag. 17, lemma "steenbeitel". [N 33, 114; N 53, 43a]
II-11
|
18786 |
breien |
breien:
breije (L217p Meerlo)
|
breien [SGV (1914)]
III-1-3
|
18787 |
breinaald |
breinaald:
breinaold (L217p Meerlo)
|
breinaald
III-1-3
|
24475 |
brem |
brem:
brem (L217p Meerlo)
|
brem [DC 47 (1972)]
III-4-3
|
17804 |
brengen |
brengen:
brènge (L217p Meerlo)
|
brengen [SGV (1914)]
III-1-2
|
18392 |
bretel |
galg:
galge (L217p Meerlo),
help:
hèlpe (L217p Meerlo),
lits:
litse (L217p Meerlo)
|
bretels
III-1-3
|
18099 |
breuk |
breuk:
breuk (L217p Meerlo)
|
breuk [SGV (1914)]
III-1-2
|
23316 |
brevier |
brevier (<lat.):
brevier (L217p Meerlo)
|
brevier [SGV (1914)]
III-3-3
|
21250 |
brief |
brief:
bre.f (L217p Meerlo),
brīēf (L217p Meerlo)
|
brief [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|