| 18326 |
jasschort |
jasscholk:
jasscholk (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen)
|
schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] || zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)]
III-1-3
|
| 20561 |
jenever |
klare:
kloare (Q099p Meerssen)
|
jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 24556 |
jeneverbes |
jeneverbes:
komt hier niet voor
jeneverbes (Q099p Meerssen)
|
jeneverbes (Juniperus communis L.), de struik [DC 30 (1958)]
III-4-3
|
| 18041 |
jeuk |
jeuk:
jeu:k (Q099p Meerssen),
jeuk (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
jeu‧k (Q099p Meerssen),
krets:
krets (Q099p Meerssen)
|
jeuk [N 07 (1961)] || jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
| 18050 |
jeuken |
jeuken:
jeuke (Q099p Meerssen),
kietelen:
kietele (Q099p Meerssen)
|
jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 24097 |
jezuïet |
jezuet:
unnen zjozwiet (Q099p Meerssen)
|
Een Jezuiet [Jozefiet, Zjezwiet]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 18086 |
jicht |
gicht:
gich (Q099p Meerssen)
|
jicht [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 23323 |
joden |
joden:
judde (Q099p Meerssen)
|
joden [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 20310 |
jong (bn.) |
jong:
⁄t kind is nog jônk (Q099p Meerssen)
|
jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)]
III-2-2
|
| 24175 |
jong en kaal vogeltje |
vogeltje:
mv.
veugelkes (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen)
|
vogeltje
III-4-1
|