e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieskauwer fiemelaar: fiemeler (Meerssen) lastig met eten; Hoe noemt U: Lastig met eten, gezegd van iemand die altijd weinig eet [N 80 (1980)] III-2-3
kieskeurig vies: vies (Meerssen) kieskeurig [SGV (1914)] III-1-4
kieuwen kieuwen: kieuw (Meerssen), kieuwe (Meerssen) kieuw [SGV (1914)] || kieuwen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
kiezel, kiezelsteen kiezel: kiezel (Meerssen) kiezel [SGV (1914)] III-4-4
kikker kwakkerd: kwakkert (Meerssen), kwakərt (Meerssen) kikvors, puit [RND] || kikvorsch [SGV (1914)] III-4-2
kikkerdril kikkerrit: kekəret (Meerssen), kikkerit (Meerssen), kwakkermoos: kwakkermoos (Meerssen) kikkerrit [DC 09 (1940)], [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)moos: kwakkermoos (Meerssen), (-)rit: kekəret (Meerssen), kikkerit (Meerssen) kikkerrit [DC 09 (1940)], [RND] III-4-2
kikkervisje koelekop: koelekeop (Meerssen), koelekop (Meerssen, ... ), koelekopje: koeleköpke (Meerssen) kikkervisje [DC 09 (1940)], [DC 17 (1949)] III-4-2
kin kin: kin (Meerssen, ... ) kin [DC 01 (1931)] III-1-1
kind (algemene benaming) kind: keend (Meerssen), keens (Meerssen), kind (Meerssen, ... ), i lang  kind (Meerssen), kindje: cf. VD s.v. "kindeke, kindeken  kinneke (Meerssen) kind [DC 03 (1934)], [DC 05 (1937)] III-2-2