e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraanvogel kroenekraan: kroenekraan (Meerssen) kraanvogel [SGV (1914)] III-4-1
krabben dabben: dabbe (Meerssen, ... ), kretsen: kretse (Meerssen, ... ), krètse (Meerssen), schuren: sjoore (Meerssen) krabben [SGV (1914)] || krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
krakende schoen schoen met kraak in: à paar schoon met kraak in (Meerssen) schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)] III-1-3
kralen van de rozenkrans kralen: kralle (Meerssen) De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kram degenijzer: dēgǝizǝr (Meerssen) Oog, haak of kram waarin het slaghout gestoken werd om het vast te zetten. [N 17, 21; N G, 56g] I-13
kramer kramer: krêêîmer (Meerssen) kramer [SGV (1914)] III-3-1
krant gazet (<fr.): gezèt (Meerssen) krant [SGV (1914)] III-3-1
krassen kretsen: kretse (Meerssen) krassen [SGV (1914)] III-4-4
kreeft kreeft: krêft (Meerssen) kreeft [SGV (1914)] III-2-3
krekel krekel: krekel (Meerssen, ... ) krekel [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2