e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met opgeheven staart rondlopen biezen: bizǝ (Meerssen) [N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
met tegenzin tegen zijn zin: tegen zene zin (Meerssen) tegen heug en meug [SGV (1914)] III-1-4
metalen uiteinde van een schoenveter ijzertje: iezerke (Meerssen) metalen uiteinde van een schoenveter [malie] [N 24 (1964)] III-1-3
metselaar metselaar: mętsǝlē̜r (Meerssen), mɛtsǝlē̜r (Meerssen) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9
metselen metselen: mɛtsǝlǝ (Meerssen) Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.] II-9
middag (s middags) middag: middig (Meerssen), midich (Meerssen) middag [RND] III-4-4
middagdutje ungeren (zn.): ungere (Meerssen) middagdutje [SGV (1914)] III-1-2
middagdutje doen een uiltje vangen: een uulke vangen (Meerssen), ungeren (ww.): ungere (Meerssen) middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)] III-1-2
middagmaal middag, de -: de middig (Meerssen), middig (Meerssen), middageten: middigeete (Meerssen) maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: middag [ZND 18G (1935)] III-2-3
middenpad midden: ut midde (Meerssen) De hoofdgang, de middengang van de kerk [middenpad?]. [N 96A (1989)] III-3-3