e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schot schot: sjēūt (Meerssen) schot [SGV (1914)] III-3-1
schouder schouder: schouwer (Meerssen), schouwĕr (Meerssen), sjauër (Meerssen), sjouwer (Meerssen) Hij gaf me een klap op mijn schouder. [DC 17 (1949)] || schouder [SGV (1914)] III-1-1
schouderkussen kragenkussen: krāgǝkø̜sǝ (Meerssen), schouderkussentje: šǫwǝrkø̜sǝkǝ (Meerssen) Klein glanskussen waarmee men de schouders kan persen. [N 59, 26b; N 59, 19b; N 59, 19e] II-7
schoudermantel met capuchon caban (fr.) met tuit: [Van Dale: tuit1, 9. (gew.) muts, kap (van vrouwen)]  kaabang mèt teut (Meerssen) schoudermantel met capuchon [N 59 (1973)] III-1-3
schoudermanteltje pelerinetje (<fr.): pulleriensje (Meerssen) schoudermanteltje [pelderien, pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3
schoudernaad schoudernaad: šǫwǝrnǭt (Meerssen) Naad van een kledingstuk die op de schouder valt, van de kraag tot de mouw van een jas, een japon enz. [N 59, 98] II-7
schoudervulling schoudervulling: šǫwǝrvø̜leŋ (Meerssen), schouderwatten: šǫwǝrwatǝ (Meerssen) Opvulsel op de schouders van een kledingstuk, om de schouderlijn te accentueren en figuurfouten te corrigeren en om een mooie valling van de mouwen te verkrijgen. Ze bestaat veelal uit watjes, 2 of 3 voor een normale schouder tot 4 √† 5 voor een hoge (Papenhuyzen III, pag. 26). [N 59, 99; N 62, 62] II-7
schraag schraag: šrāx (Meerssen) Houten draagstelling die wordt gebruikt om een lang werkstuk te ondersteunen. Zie ook afb. 116. [N 53, 225; S 32; monogr.] II-12
schram schram: sjrêêîm (Meerssen), sjrêêîme (Meerssen) schram [SGV (1914)] || schrammen (mv) [SGV (1914)] III-1-2
schrammen schrammen: sjrêêîme (Meerssen) schrammen (ww) [SGV (1914)] III-1-2