e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hersenen hersens: herses (Meerssen), hèršəs (Meerssen) hersenen [SGV (1914)] || voorhoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
het angelus luiden angelus: t angelus loewt (Meerssen), luiden: de köster loewt (Meerssen) Het angelus luiden aan het begin van de avond [het luidt......?] [de koster luidt......?]. [N 96A (1989)] || Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3
het doopwater wijden op paaszaterdag wijding van het doopwater: wieing van `t duipwater (Meerssen) Het gebruik om op Paaszaterdag het doopwater te wijden en wijwater te halen. [N 96C (1989)] III-3-3
het gras maaien maaien: mêjjen (Meerssen) Wat is bij u de uitdrukking voor \'het gras afmaaien\'? (afdoen, afsnijden) [N 104 (2000)] III-2-1
het heilig hartbeeld laten introniseren het huis laten inwijden: `t hoes loate inwieje (Meerssen) Een beeld van het H.Hart in het huisgezin laten introniseren, d.w.z. plechtig een ereplaats geven, door een parochiegeestelijke, wanneer die op huisbezoek komt. [N 96B (1989)] III-3-3
het licht aandoen aandraaien: aandrejjen (Meerssen) Wat zegt u tegen \'het licht aansteken\'? (aandoen, aanmaken, aandraaien) [N 104 (2000)] III-2-1
het misboek omdragen boek omdragen: book umdrage (Meerssen) Het misboek omdragen, van de epistel- naar de evangeliezijde van het altaar brengen. [N 96B (1989)] III-3-3
het vuur doven uit laten gaan: laote ōēt goon (Meerssen), uitgaan: oetgoon (Meerssen) doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] III-2-1
het vuur wijden op paaszaterdag wijding van het vuur: wieing van `t vuur (Meerssen) Het gebruik om op Paaszaterdag het vuur te wijden. [N 96C (1989)] III-3-3
heten heten: heite (Meerssen) heeten [SGV (1914)] III-2-2