17779 |
hersenen |
hersens:
herses (Q099p Meerssen),
hèršəs (Q099p Meerssen)
|
hersenen [SGV (1914)] || voorhoofd [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
23258 |
het angelus luiden |
angelus:
t angelus loewt (Q099p Meerssen),
luiden:
de köster loewt (Q099p Meerssen)
|
Het angelus luiden aan het begin van de avond [het luidt......?] [de koster luidt......?]. [N 96A (1989)] || Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23802 |
het doopwater wijden op paaszaterdag |
wijding van het doopwater:
wieing van `t duipwater (Q099p Meerssen)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het doopwater te wijden en wijwater te halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
19647 |
het gras maaien |
maaien:
mêjjen (Q099p Meerssen)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'het gras afmaaien\'? (afdoen, afsnijden) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
23742 |
het heilig hartbeeld laten introniseren |
het huis laten inwijden:
`t hoes loate inwieje (Q099p Meerssen)
|
Een beeld van het H.Hart in het huisgezin laten introniseren, d.w.z. plechtig een ereplaats geven, door een parochiegeestelijke, wanneer die op huisbezoek komt. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19638 |
het licht aandoen |
aandraaien:
aandrejjen (Q099p Meerssen)
|
Wat zegt u tegen \'het licht aansteken\'? (aandoen, aanmaken, aandraaien) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
23609 |
het misboek omdragen |
boek omdragen:
book umdrage (Q099p Meerssen)
|
Het misboek omdragen, van de epistel- naar de evangeliezijde van het altaar brengen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19415 |
het vuur doven |
uit laten gaan:
laote ōēt goon (Q099p Meerssen),
uitgaan:
oetgoon (Q099p Meerssen)
|
doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)]
III-2-1
|
23801 |
het vuur wijden op paaszaterdag |
wijding van het vuur:
wieing van `t vuur (Q099p Meerssen)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het vuur te wijden. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20404 |
heten |
heten:
heite (Q099p Meerssen)
|
heeten [SGV (1914)]
III-2-2
|