19695 |
kast |
kast:
kas (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen)
|
kast [DC 39 (1965)], [SGV (1914)]
III-2-1
|
19505 |
kastplank |
bred:
vero.
brēt (Q099p Meerssen),
brɛt (Q099p Meerssen),
plank:
gebr. door jonge mensen
plaŋk (Q099p Meerssen)
|
plank in een kast [DC 16 (1948)]
III-2-1
|
19826 |
kat |
kat:
kat (Q099p Meerssen)
|
kat [SGV (1914)]
III-2-1
|
22311 |
katapult |
katapult:
kattepul (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen)
|
Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjeswegschieten? [DC 23 (1953)]
III-3-2
|
23345 |
kathedraal |
kathedraal:
un kattedraal (Q099p Meerssen)
|
Een kathedraal. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23213 |
katholiek |
katholiek (<fr.):
katheliek (Q099p Meerssen)
|
katholiek [SGV (1914)]
III-3-3
|
28768 |
katoen |
katoen:
katūn (Q099p Meerssen)
|
Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.]
II-7
|
20076 |
kattenstaartamarant |
kattenstaart:
WLD (voor oorspronkelijke gegevens, zie vragenlijst L 292)
katteschjert (Q099p Meerssen)
|
Kattestaart amarant (amaranthus caudatus). Bloemen in lange, donkerrode of gele, later sierlijk overhangende aren. De bladeren zijn smal eivormig en spits (kattestaart, lammestaart, vossestaart, hazeklauw). [N 92 (1982)]
III-2-1
|
24179 |
kauw |
dool:
daol (Q099p Meerssen),
daol, daölke (Q099p Meerssen),
dooltje:
daol, daölke (Q099p Meerssen),
dölke (Q099p Meerssen),
tamme kauw: hannik
dôlke (Q099p Meerssen)
|
Hoe heet de kauw? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
20488 |
kauwen |
knauwelen:
knauwele (Q099p Meerssen)
|
kauwen; Hoe noemt U: Voedsel met de tanden en kiezen fijnmaken (kauwen, knauwen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|