e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kuitbroek kuitbroek: kuutbrook (Meerssen), rijbroek: riebrook (Meerssen) een kuit- of kniebroek [N 59 (1973)] || kuitbroek of kniebroek (vero) waarvan de pijpen juist onder de knieën werden dichtgebonden [N 23 (1964)] III-1-3
kundig knap: knap (Meerssen) kundig [SGV (1914)] III-1-4
kunstmatige borstwelving borstpartij: boršparti (Meerssen) De kunstmatige borstwelving waarvan elk van de voorpanden wordt voorzien, vaak met behulp van watten. [N 59, 111] II-7
kunstmest strooien (kunstmest) zaaien: zɛi̯ǝ (Meerssen) Het strooien van kunstmest over het land gebeurt met de hand of met een machine. Voor beide zijn de benamingen meestal identiek. Slechts waar er voor het strooien met de hand en het machinaal strooien verschillende benamingen bestaan, wordt dit in het lemma aangegeven door "met de hand", resp. "machinaal" achter het plaatsnummer. [N 11, 24; N 11A, 63a + 64a + 65a; N P, 10a + b; JG 1b add.] I-1
kussensloop kussensloop: kössensloop (Meerssen), kustijk: køͅstēk (Meerssen) Hoe noemt u de overtrek van een hoofdkussen? (kussensloop, kussensloof, kussenzak, fluwijn) [N 104 (2000)] || kussensloop [SGV (1914)] III-2-1
kwaadspreekster klappei: klappêî (Meerssen) klappei [SGV (1914)] III-1-4
kwaadspreker kwaadspreker: kâôdsjpreker (Meerssen) kwaadspreker [SGV (1914)] III-1-4
kwaal kwaal: kwaol (Meerssen, ... ), kwoal (Meerssen) kwaal [DC 02 (1932)] III-1-2
kwaken kwaken: kwake (Meerssen) kwaken v kikkers III-4-2
kwartel kwartel: kwartel (Meerssen) kwartel [SGV (1914)] III-4-1