e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omslagdoek over mantel of jak overgooier: euvergooier (Meerssen) omslagdoek die over mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omzetten omzetten: ømzɛtǝ (Meerssen) Van de natte, kiemende gerst de onderste laag boven brengen. De invuller uit P 180 merkt op dat dit omzetten twee maal per dag geschiedt. Volgens de respondent uit L 210 maakt men hopen van ongeveer 25 cm hoogte om warmte, en daardoor broeiing te verwekken. [N 35, 11; N 35, 9; monogr.] II-2
onbelangrijk min: min (Meerssen) weinig [DC 39 (1965)] III-4-4
onderarmsuçon onderarmsuçon: ondǝręrmsǝsoŋ (Meerssen) Puntnaad die begint onder de oksel. [N 59, 94b] II-7
ondergoed ondergoed: oondergood (Meerssen, ... ) ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)] || Onderkleding. Wat is in uw dialect het gewone woord voor onderkleding? [DC 62 (1987)] III-1-3
onderhands onderhands: ônderhans (Meerssen) onderhandsch [SGV (1914)] III-3-1
onderhemd hemd: e zuver humme (Meerssen), heume (Meerssen), humme (Meerssen), hemdje: hummeke (Meerssen) hemd [SGV (1914)] || Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] || onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)] III-1-3
onderjurk onderrok: onderrok (Meerssen) onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)] III-1-3
onderkraag onderkraag: ōndǝrkrāx (Meerssen) Het onderste gedeelte van de kraag dat niet in het zicht komt. Het materiaal voor de onderkraag is doorgaans dunne maar dichtgeweven stof. Traditioneel wordt hiervoor kleermakersvilt gebruikt (Het Beste Naaiboek, pag. 389). [N 59, 121b] II-7
onderkussen, peluw pulm: pøͅlm (Meerssen) peluw [SGV (1914)] III-2-1