17652 |
bil |
bats:
bats (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
bàts (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
bil:
bìllə (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen)
|
Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
28837 |
binnenvoering |
lijnen:
linǝ (Q099p Meerssen),
stoom:
štǫwm (Q099p Meerssen)
|
Voeringstof die steun en vormvastheid geeft aan bepaalde plaatsen en onderdelen van een kledingstuk. Er zijn verschillende soorten binnenvoering. Zo is stoom een gaas dat sterk gepapt is, in katoen of rayon (Meima I, pag. 209). Dit dient voor tussenvoering in vesten en de onderkant van mouwen. [N 59, 36; N 59, 39; N 59, 133]
II-7
|
29044 |
binnenvoering innaaien |
voering aannaaien:
vōreŋ ānneǝjǝ (Q099p Meerssen)
|
Het innaaien van de binnenvoering. [N 59, 118]
II-7
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetesch (Q099p Meerssen)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24075 |
bisdom |
bisdom:
e bischdom (Q099p Meerssen)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
unne bĭsschop (Q099p Meerssen)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18635 |
bivakmuts |
lindberghkap:
lindberg kap (Q099p Meerssen)
|
bivakmuts, nauw om hoofd en hals sluitend wollen muts die alleen een deel van het gezicht onbedekt laat [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23574 |
blaasbalg van het orgel |
blaasbalg:
bloasbalg (Q099p Meerssen)
|
De blaasbalg van het orgel. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24469 |
blad (alg.) |
blad:
blāād (Q099p Meerssen)
|
blad [SGV (1914)]
III-4-3
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blāt (Q099p Meerssen),
blader:
blāi̯ǝr (Q099p Meerssen),
blār (Q099p Meerssen)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|