e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rund rind: rent (Meerssen), rɛnt (Meerssen), (mv)  rendǝr (Meerssen) Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11
runderhorzel, horzel horzel: horzel (Meerssen), oreik: hooreik (Meerssen), oorijk (Meerssen) horzel [SGV (1914)] || paardenwesp [Roukens 03 (1937)] || runderhorzel (larven in de huid van runderen) [DC 18 (1950)] III-4-2
rups rups: ropsch (Meerssen), rôpsj (Meerssen, ... ) rups [SGV (1914)] || rups rups [DC 46 (1971)] III-4-2
rustaltaar heiligenhuisje: heilige huuske (Meerssen) Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
rusten rasten: raste (Meerssen) rusten [SGV (1914)] III-1-2
ruw, hard ruw: roew (Meerssen) ruw [SGV (1914)] III-3-1
ruw, ruig ruw: roew (Meerssen, ... ) ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)] III-4-4
sabbelen zauwelen: sawele (Meerssen) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacramentsaltaar sacramentsaltaar: ut sakramintsaltaor (Meerssen) Het sacramentsaltaar (in grote kerken), een afzonderlijk altaar waarop zich het tabernakel met de H. Hosties bevindt. [N 96A (1989)] III-3-3
sacramentsdag sacramentsdag: Sacrameintsdaag (Meerssen) Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)] III-3-3