23425 |
sacramentshuisje |
sacramentshuisje:
ut sakramintshuuske (Q099p Meerssen)
|
Het sacramentshuisje, een vrijstaande of in de muur uitgespaarde kast waarin de geconsacreerde Hosties bewaard worden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23680 |
sacramentsweek |
sacramentsweek:
sakramentsweek (Q099p Meerssen)
|
Een sacramentenweek (iedere dag wordt een ander sacrament behandeld en daarbij passende geestelijke oefeningen gehouden]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23321 |
sacristie |
sacristie:
sakersjtie (Q099p Meerssen),
sakristie (Q099p Meerssen)
|
gerfkamer [SGV (1914)] || Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24372 |
salamander |
salamander:
salamander (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen)
|
salamander [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
21332 |
samenspannen |
houden:
hauwe (Q099p Meerssen)
|
heulen (met iemand) [SGV (1914)]
III-3-1
|
23642 |
sanctus |
sanctus (lat.):
sanktus (Q099p Meerssen)
|
Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18294 |
sandaal |
sandaal:
sendaal (Q099p Meerssen)
|
sandaal [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21028 |
saus |
saus:
sááwz (Q099p Meerssen)
|
saus [RND]
III-2-3
|
23230 |
scapulier |
medaille (<fr.):
e medalje (Q099p Meerssen),
scapulier:
e sjabbeleer (Q099p Meerssen),
sjabbeleer (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
skalpulie‧r (Q099p Meerssen)
|
Een scapulier of skapulier: lapjes gewijde stof, door linten of band met elkaar verbonden en (door leken) onder de kleding op borst en rug gedragen [schabbelier, sjabbeleer?]. [N 96B (1989)] || Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)]
III-3-3
|
23749 |
scapuliermedaille |
scapuliermedaille (<fr.):
sjabbeleermedalje (Q099p Meerssen)
|
Een scapuliermedaille, de latere vervanger van het stoffen scapulier. [N 96B (1989)]
III-3-3
|