e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spook spook: sjpâôk (Meerssen) spook [SGV (1914)] III-3-3
sporen van de haan hanensporen: hānǝspōrǝ (Meerssen), hānǝšpōrǝ (Meerssen) Doornachtige hoornuitwas van de poten van de haan. [N 6, 3; L 7, 27b; monogr.] I-12
sport van een stoel sproot: šprōt (Meerssen) ronde of vierkante latten, die soms de poten van een stoel aan de onderzijde verbinden [DC 19 (1951)] III-2-1
sportvest sportgilet (<fr.): sjportzjielee (Meerssen) een sportvest [N 59 (1973)] III-1-3
spotten voor de gek houden: voor de gek hauwe (Meerssen) spotten [SGV (1914)] III-1-4
spreeuw spreeuw: schprie-èf (Meerssen), sjpréw (Meerssen), sjprêêîv (Meerssen), sprieuw, sprieuf (Meerssen), sprièv (Meerssen) Hoe heet de spreeuw? [DC 06 (1938)] || spreeuw [SGV (1914)] III-4-1
spreken, praten praten: praote (Meerssen), proate (Meerssen), spreken: schpreke (Meerssen), sjpreke (Meerssen) praten [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || spreken [SGV (1914)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)] III-3-1
sprenkelen met de wijwaterkwast de zegen geven: de zege geve (Meerssen) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3
sprinkhaan sprinkhaan: sjprinkhaan (Meerssen, ... ), sprinkhaan (Meerssen) sprinkhaan [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
sproeten sproetelen: sjprootele (Meerssen, ... ) sproet(en) [SGV (1914)] || sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1