21387 |
unster |
ponder:
punjer (Q099p Meerssen),
unster:
unster (Q099p Meerssen)
|
unster (balans) [SGV (1914)]
III-3-1
|
17699 |
urine |
pis:
pis (Q099p Meerssen)
|
urine [N 10c (1995)]
III-1-1
|
17700 |
urineren |
pissen:
pisse (Q099p Meerssen)
|
urineren [N 10c (1995)]
III-1-1
|
24090 |
ursuline |
ursuline:
un ursulien (Q099p Meerssen)
|
Een Ursulin [Ursulien]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34061 |
vaars |
vaars:
vɛrš (Q099p Meerssen)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
19492 |
vaatdoek |
schotelsplag:
šōtəlsplak (Q099p Meerssen)
|
vaatdoek [SGV (1914)]
III-2-1
|
28963 |
vademen |
(de/een) naald(e) invamen:
dǝ nǭlt envē̜mǝ (Q099p Meerssen),
door het oog van de/een naald(e) steken:
dōr ǝt ǭx van dǝ nǭlt štēkǝ (Q099p Meerssen),
invamen:
envē̜mǝ (Q099p Meerssen)
|
Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.]
II-7
|
20330 |
vader |
pa:
pa (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
paa (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
ba en mem zijn meer depressiatief; dne ba is ene zaatlap"; mar.: er wordt waarschijnlijk een vorm in de betekenis van "depreciatie"("depreciëren") (cf. VD) bedoeld; cf. Schuermans s.v. "ba of baa"; "geldt in Limb. bij de volksklas voor vader evenals mem voor moeder. Ba van abba, en mem van mamma
ba (Q099p Meerssen),
gewone volk
pa (Q099p Meerssen),
pap:
pap (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen),
soms
pap (Q099p Meerssen),
papa:
papa (Q099p Meerssen),
pappa (Q099p Meerssen),
vader:
vader (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen)
|
(vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; ± 10 jaar [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
23330 |
vagevuur |
vagevuur:
ut faagevuur (Q099p Meerssen),
vagevuur (Q099p Meerssen)
|
Het vagevuur [vèègvuur, veëjevuur]. [N 96D (1989)] || vagevuur [SGV (1914)]
III-3-3
|
17822 |
vallen |
vallen:
valle (Q099p Meerssen)
|
vallen [SGV (1914)]
III-1-2
|