28945 |
vergaartekens |
inknippen:
(enk)
enknep (Q099p Meerssen)
|
Inknippingen en krijtstrepen of ook steken op de stof, eventueel inknippingen in het knippatroon en vandaar overgebracht op de stof, om exact de plaatsen aan te geven waar de diverse delen aaneengehecht moeten worden. [N 59, 49]
II-7
|
19597 |
vergiet |
zij:
zie (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
zijbaar:
ziebaar (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen)
|
Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)]
III-2-1
|
21389 |
vergoeden |
vergoeden:
vergeuje (Q099p Meerssen)
|
vergoeden [SGV (1914)]
III-3-1
|
21412 |
verhaal |
nieuws:
nŭŭts (Q099p Meerssen)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
22507 |
verjaardag |
verjaarsdag:
verjoarsjdaag (Q099p Meerssen)
|
verjaardag [SGV (1914)]
III-3-2
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vrieje (Q099p Meerssen)
|
vrijen [SGV (1914)]
III-3-1
|
20367 |
verkering hebben |
vrijen:
vrieje (Q099p Meerssen),
vrii̯ə (Q099p Meerssen)
|
vrijen [DC 38 (1964)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
18001 |
verkillen |
killen:
kelle (Q099p Meerssen),
verkillen:
verkelle (Q099p Meerssen)
|
kleumen [SGV (1914)] || verkleumen [SGV (1914)]
III-1-2
|
21390 |
verklaren |
verklaren:
verkloare (Q099p Meerssen)
|
verklaren [SGV (1914)]
III-3-1
|
21392 |
verkoper |
verkoper:
verkuiper (Q099p Meerssen)
|
verkooper [SGV (1914)]
III-3-1
|