e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijzers van het torenuurwerk wijzers: de wiezers (Meerssen) De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wilde gans wilde gans: een wil gaus (Meerssen) wilde [v] [een ~ gans] [SGV (1914)] III-4-1
wilde roos (hondsroos, enz.) rozenstruik: râôzesjtroek (Meerssen), wilde roos: WLD (voor oorspronkelijke gegevens, zie vragenlijst L 292)  wildwrôôs (Meerssen) eglentier [SGV (1914)] || Hondsroos (rosa canina). Tot 3 m hoge struik; de takken zijn overhangend, met grote, gekromde stekels; de bladeren zijn 5- tot 7-tallig; de blaadjes zijn kaal en langwerpig, tevens gezaagd; de bloemen groeien afzonderlijk of enkele bijeen, ze zijn lang ge [N 92 (1982)] III-4-3
wilg (alg.) wijde: -  wië (Meerssen) wilg (Salix) [DC 28 (1956)] III-4-3
willen willen: wille (Meerssen, ... ) willen [SGV (1914)] || willen (geen context) [DC 38 (1964)] III-1-4
wimper blinden (mv.): blìnnə (Meerssen), deksel: dèksəl (Meerssen), plimp: pleump (Meerssen), plùmpə (Meerssen) ooghaar [DC 01 (1931)] || wimper [DC 01 (1931)] III-1-1
wind (alg.) wind: wind (Meerssen) wind [SGV (1914)] III-4-4
winderig weer winderig (weer): winderig (Meerssen) winderig [SGV (1914)] III-4-4
windmout mout: [mout] (Meerssen) Groenmout dat onderworpen is aan een inleidend droogproces door middel van buitenlucht. Het mout bevat dan nog tamelijk veel water en kan derhalve moeilijk bewaard worden. Zie de semantische toelichting bij het lemma ''drogen, vooreesten''. Voor het {mout}-gedeelte van de varianten zie men het lemma ''mout''. [N 35, 19] II-2
winkelhaak winkelhaak: weŋkelhǭk (Meerssen), winkelhoak (Meerssen) Rechthoekige scheur in een kledingstuk. Een mogelijk verklaring van het woordtype vijf (c.q. fünf) geeft het WNT (XXI, pag. 536 s.v. ɛvijfɛ 4): ø̄Wat den vorm heeft van een cijfer ɛvijfɛ. Gewest. in het Zuiden als ben. voor een winkelhaak (scheur), die aan een Romeinse V doet denkenø̄.' [N 59, 192b; N 62, 43b; N 62, 43c; Gi 1.IV, 11; MW; S 44; monogr.] || winkelhaak [SGV (1914)] II-7, III-1-3