e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

Gevonden: 3345
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breien strikken: sjtrikke (Meerssen) breien [SGV (1914)] III-1-3
brem bezemenkruid: bessemekroet (Meerssen), ginster: ginster (Meerssen, ... ) brem [DC 47 (1972)], [Roukens 03 (1937)] III-4-3
brengen brengen: brènge (Meerssen) brengen [SGV (1914)] III-1-2
bretel help: helpe (Meerssen), héllepe (Meerssen), hélpe (Meerssen) bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] || de bretels [N 59 (1973)] III-1-3
breuk breuk: brēūk (Meerssen) breuk [SGV (1914)] III-1-2
brevier brevier (<lat.): (m.).  breveer (Meerssen) brevier [SGV (1914)] III-3-3
brief brief: bre.f (Meerssen), breef (Meerssen) brief [RND], [SGV (1914)] III-3-1
bril trulbred: trø̜̄lbrēt (Meerssen) Verzwaard, dwars sluithout waardoor de vregelpaal gestoken werd. De vregelpaal is een boom die overlangs in de bak van de hoogkar ligt en die, samen met de vregelstok en het bindtouw, gebruikt wordt om het hooi vast te zetten (voor meer uitleg zie WLD I.3, onder de lemmata touw om het hooi vast te sjorren, vregelpaal en vregelstok). Zoals op de kaart duidelijk blijkt, is dit systeem vooral in gebruik in de streken met de meest vruchtbare grond, m.n. in het Maasland en in het zuidoosten van Haspengouw. [N 17, 14b; JG 1b; JG 2c] I-13
broeden, op eieren zitten broeden: brø̄i̯ǝ (Meerssen) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren klok: klok (Meerssen), klǫk (Meerssen) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12