e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

Gevonden: 3345

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterdocht achterdenken: (o.).  achterdènke (Meerssen) achterdocht [SGV (1914)] III-1-4
achterhoofd achterkop: achterkop (Meerssen) achterhoofd [N 10 (1961)] III-1-1
achterste achterste: echtersjte (Meerssen), kont: kont (Meerssen) [N 10c (1995)]achterste [SGV (1914)] III-1-1
achterwand stopbred: štǫp˱brēt (Meerssen) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
achterwerk plot: plót (Meerssen) Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] III-1-1
adamsappel bierknop: beerknop (Meerssen) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
adder adder: adder (Meerssen) nadder (adder) [SGV (1914)] III-4-2
adem asem: oasem (Meerssen) adem [SGV (1914)] III-1-1
ademen asemen: aoseme (Meerssen), oasemen (Meerssen) ademen [N 10a (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
ader ader: aor (Meerssen), oar (Meerssen), oare (Meerssen) ader [N 10a (1961)], [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)] III-1-1