23922 |
god de vader |
god de vader:
gott de vader (Q099p Meerssen)
|
God de Vader. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23890 |
godsdienstonderricht op zondag |
catechisatie (<fr.):
kattechisatie (Q099p Meerssen)
|
Het godsdienstonderricht dat vroeger op zondagmiddag vóór het lof (d.w.z. van 14.30 tot 15.00 uur) werd gegeven aan jongeren die van school af waren). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23426 |
godslamp |
godslamp:
de goadslamp (Q099p Meerssen)
|
De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23961 |
godslasteren |
gotteslasteren:
godeslasteren (Q099p Meerssen)
|
Godslasteren, blasfemeren. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23960 |
godslastering |
godslastering:
en godslastering (Q099p Meerssen)
|
Een godslastering, blasfemie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23796 |
goede vrijdag |
goede vrijdag:
Gooie Vriedich (Q099p Meerssen)
|
De vrijdag in de week vóór Pasen, Goede vrijdag [Kaarvriediech]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23792 |
goede week |
goede week:
de gooi week (Q099p Meerssen)
|
De week vóór Pasen [gooj week, kaarwèch]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21326 |
goedkoop |
goedkoop:
gojekoup (Q099p Meerssen)
|
goedkoop [SGV (1914)]
III-3-1
|
18954 |
goedzak |
slob:
sjlôp (Q099p Meerssen)
|
goedzak [SGV (1914)]
III-1-4
|
17903 |
gooien |
gooien:
gâôje (Q099p Meerssen),
smijten:
sjmiete (Q099p Meerssen),
werpen:
werpe (Q099p Meerssen)
|
werpen [SGV (1914)]
III-1-2
|