e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

Gevonden: 3345
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grootvader grootvader: groitvader (Meerssen, ... ), grooatvader (Meerssen), groit uit frans bois  groitvader (Meerssen), groit uit franse roi  groitvader (Meerssen) grootvader [DC 05 (1937)] || grootvader; ik ga bij grootvader en - logeren; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; ik ga bij grootvader en - logeren; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; ik ga bij grootvader en grootmoeder logeren; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
grootwerken grootstuk maken: growtštø̜k mākǝ (Meerssen) Het maken van grote kledingstukken zoals colberts, jassen, mantels en jacquets. [N 59, 194b] II-7
grootx groot: groit (Meerssen, ... ), grwat (Meerssen) groot [DC 03 (1934)] III-4-4
grote binnenzak notaristas: notaris-tésj (Meerssen) een grote binnenzak onder in de jas,(notariszak, notaristes?) [N 59 (1973)] III-1-3
grote boerderij hof: hōf (Meerssen) Als grootte-aanduiding geven de informanten doorgaans "minstens 10 hectare" op; soms noemt men ook de maximum-grootte erbij, bijvoorbeeld: "van 20 tot 40 ha". Het aantal paarden is vaak ook criterium om van een "groot bedrijf" te spreken, bijvoorbeeld "boerenhof met paarden" (L 213). In het Leuvens materiaal, lijst 35, vraag 59 is gevraagd naar geleg of geleeg, met de betekenis "boerderij met grote landerijen". Naast specifieke termen vindt men tussen de opgaven ook enige omschrijvingen, vooral met behulp van het bijvoeglijk naamwoord groot. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c en 3a; L 22, 1a; L 35, 59; monogr.; add. uit L 38, 22] I-6
grote hoeveelheid, hoop hoop: houp (Meerssen, ... ), hopen (mv.): huip (Meerssen) hoop [SGV (1914)] || hoop, stapel || hoopen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
grote hostie grote hostie (<lat.): de groette hostie (Meerssen) De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)] III-3-3
grote lijster lijster: liester (Meerssen) grote lijster III-4-1
grote schoonmaak grote poets: de groite pots is achter de ruk (Meerssen), de groite pôts (Meerssen), de groite pôts is aafgelaope (Meerssen), de groite pôts is gedoon (Meerssen), de grwate pots is achter de rök (Meerssen, ... ), groite pots (Meerssen), groite pôts (Meerssen), grwate pòts (Meerssen, ... ), veer zeen aan de groite pôts (Meerssen), veer zin aan de groite pots (Meerssen), veer zin aan de grwate pòts (Meerssen, ... ), poets: ver zin aan de pôts (Meerssen), ver zin vèrdig mèt de pôts (Meerssen) de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
gruwelijk gruwelijk: gruwelik (Meerssen) gruwelijk [SGV (1914)] III-1-4