20288 |
grootvader |
grootvader:
groitvader (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen),
grooatvader (Q099p Meerssen),
groit uit frans bois
groitvader (Q099p Meerssen),
groit uit franse roi
groitvader (Q099p Meerssen)
|
grootvader [DC 05 (1937)] || grootvader; ik ga bij grootvader en - logeren; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; ik ga bij grootvader en - logeren; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; ik ga bij grootvader en grootmoeder logeren; volw. [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
28723 |
grootwerken |
grootstuk maken:
growtštø̜k mākǝ (Q099p Meerssen)
|
Het maken van grote kledingstukken zoals colberts, jassen, mantels en jacquets. [N 59, 194b]
II-7
|
25004 |
grootx |
groot:
groit (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
grwat (Q099p Meerssen)
|
groot [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
18530 |
grote binnenzak |
notaristas:
notaris-tésj (Q099p Meerssen)
|
een grote binnenzak onder in de jas,(notariszak, notaristes?) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
33317 |
grote boerderij |
hof:
hōf (Q099p Meerssen)
|
Als grootte-aanduiding geven de informanten doorgaans "minstens 10 hectare" op; soms noemt men ook de maximum-grootte erbij, bijvoorbeeld: "van 20 tot 40 ha". Het aantal paarden is vaak ook criterium om van een "groot bedrijf" te spreken, bijvoorbeeld "boerenhof met paarden" (L 213). In het Leuvens materiaal, lijst 35, vraag 59 is gevraagd naar geleg of geleeg, met de betekenis "boerderij met grote landerijen". Naast specifieke termen vindt men tussen de opgaven ook enige omschrijvingen, vooral met behulp van het bijvoeglijk naamwoord groot. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c en 3a; L 22, 1a; L 35, 59; monogr.; add. uit L 38, 22]
I-6
|
25060 |
grote hoeveelheid, hoop |
hoop:
houp (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
hopen (mv.):
huip (Q099p Meerssen)
|
hoop [SGV (1914)] || hoop, stapel || hoopen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-4
|
23543 |
grote hostie |
grote hostie (<lat.):
de groette hostie (Q099p Meerssen)
|
De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24165 |
grote lijster |
lijster:
liester (Q099p Meerssen)
|
grote lijster
III-4-1
|
19502 |
grote schoonmaak |
grote poets:
de groite pots is achter de ruk (Q099p Meerssen),
de groite pôts (Q099p Meerssen),
de groite pôts is aafgelaope (Q099p Meerssen),
de groite pôts is gedoon (Q099p Meerssen),
de grwate pots is achter de rök (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
groite pots (Q099p Meerssen),
groite pôts (Q099p Meerssen),
grwate pòts (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
veer zeen aan de groite pôts (Q099p Meerssen),
veer zin aan de groite pots (Q099p Meerssen),
veer zin aan de grwate pòts (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
poets:
ver zin aan de pôts (Q099p Meerssen),
ver zin vèrdig mèt de pôts (Q099p Meerssen)
|
de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
18872 |
gruwelijk |
gruwelijk:
gruwelik (Q099p Meerssen)
|
gruwelijk [SGV (1914)]
III-1-4
|