e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L424p plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regenen (alg.) regenen: ⁄rēŋərə (Meeswijk) regenen III-4-4
regenjas gabardine (fr.): Syn. Demi, demi-saison.  gabərden (Meeswijk), impermable (fr.): eͅmpərməjābəl (Meeswijk), regenjas: Ss. sub regen.  rēŋər+jas (Meeswijk) gabardine: demi-saison || regenjas III-1-3
regenpijp kandel: kānjǝl (Meeswijk) De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.] II-9
regenworm piereling: pirəleŋk (Meeswijk), worm: woͅ.rəm (Meeswijk) regenworm || worm III-4-2
reiken naar get beramen: get beraome (Meeswijk), reiken naar: reikə (Meeswijk) reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)] III-1-2
reis reis: reis (Meeswijk) het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)] III-3-1
reischaaf reischaaf: ręjšāf (Meeswijk) Zware, lange schaaf met dubbele beitel, waarmee reeds grof bewerkt hout zuiver glad en recht wordt geschaafd. Het schaafblok van een reischaaf is ongeveer 70 tot 80 cm lang, 7 cm breed en 7 cm hoog. Zie ook afb. 36. De reischaaf wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De kuiper schaaft er bijvoorbeeld de bovenkant van de duigen van een vat mee glad. [N 53, 61; N E, 35a; N G, 35b; monogr.] II-12
reiskoffer valies (<fr.): valies (Meeswijk), vli:s (Meeswijk) Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] || valies: 1. schooltas; - 2. reistas III-3-1
reizen reizen: reizen (Meeswijk) een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] III-3-1
rekruut rekruut: rekruut (Meeswijk) een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)] III-3-1