e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L424p plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ritssluiting rits: rets (Meeswijk), tirette (fr.): Fr. tirette.  tereͅt (Meeswijk) ritssluiting III-1-3
riviergrondel geuvie: gobius fluviatilis  gø̄əvi (Meeswijk) grondel (vis) III-4-2
robinia acacia: akazija (Meeswijk) acacia III-4-3
rode aalbes wiemerten: wimər(t) (Meeswijk) aalbes I-7
rode koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Meeswijk) [N 3A, 125a] I-11
rode kool rood moes: roed moos (Meeswijk), ruətmōs (Meeswijk), rūət mōs (Meeswijk) Rode kool (als plant of gewas) [Goossens 1b (1960)], [Lk 05 (1953)] || rode kool, roodmoes I-7, III-2-3
rode renet, sterappel binnenrode: beͅnəruəjə (Meeswijk) appel, soort I-7
roede roe(de): roe (Meeswijk), roede: rōj (Meeswijk) een aantal takjes tot een bosje bij elkaar gebonden als strafwerktuig [roe, gips, gisp, roei] [N 90 (1982)] || Elk van de twee zware houten of ijzeren balken die kruislings door de askop gaan. De roeden vormen het lichaam van de vier molenwieken, waarop de hekwerken zijn bevestigd. Zij zitten vastgespied in de kop van de molenas. Een houten roede bestaat uit drie delen: het middenstuk, dat door de askop steekt (de borst) en daarop bevestigd de twee eigenlijke roeden of einden. Zie ook afb. 36 en 37. [N O, 1a; N O, 6b; Sche 30; monogr.; Vld] II-3, III-3-1
roeien roeien: roeien (Meeswijk) door middel van roeiriemen een vaartuig voortbewegen [roeien, riemen] [N 90 (1982)] III-3-1
roeispaan roeispaan: roeispaan (Meeswijk) het gereedschap om een vaartuig voort te roeien [riem, roeiriem, roeispaan, spaan] [N 90 (1982)] III-3-1