24210 |
meeuw algemeen |
meeuw:
miəw (L424p Meeswijk)
|
meeuw
III-4-1
|
22458 |
mei |
mei:
Rh. Wb. VII, Karte VII, 10: Richtfest. Bauhebe. Op de kaart komt voor "Mai auf das Dach heben, richten, setzen, stechen".
mè.j (L424p Meeswijk)
|
Mei: **1. Meiboom; groene met papieren snippers versierde tak die men op een nieuw gebouw plaatst wanneer het gebint klaar is.
III-3-2
|
22452 |
meiboom |
meiboom:
De meiboom planten.
mèiboͅum (L424p Meeswijk)
|
Meiboom: Rond 1 mei op het dorpsplein opgerichte, versierde boom.
III-3-2
|
24582 |
meidoorn |
doorn:
d‧ø͂ͅr (L424p Meeswijk, ...
L424p Meeswijk)
|
haagdoorn || meidoorn
III-4-3
|
24331 |
meikever |
meikeverd:
’meͅekēəvərt (L424p Meeswijk),
mulder:
møͅldər (L424p Meeswijk)
|
meikever
III-4-2
|
20309 |
meisje |
meisje:
méésjt’ə (L424p Meeswijk),
méésjə (L424p Meeswijk)
|
meisje
III-2-2
|
20381 |
meisje met wie men verloofd is |
liefste:
leefstə (L424p Meeswijk)
|
geliefde, verloofde
III-2-2
|
34237 |
melk |
melk:
mɛ.lǝk (L424p Meeswijk),
mɛlk (L424p Meeswijk)
|
De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.]
I-11
|
33882 |
melk van het paard |
paardsmelk:
pē̜rsme̜lǝk (L424p Meeswijk),
zog:
zōx (L424p Meeswijk)
|
De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57]
I-9
|
34095 |
melkaders |
melkaderen:
mɛlǝkǭi̯ǝrǝ (L424p Meeswijk)
|
De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a]
I-11
|