e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
servies servies: sərvis (Meeswijk) servies III-2-1
siererwt reukerwten: lathyrus odoratus  ’rø̄qɛrt (Meeswijk) pronkerwt I-7
sigaar sigaar: səgār (Meeswijk), stinkstek: steŋkstɛk (Meeswijk) bekend rookmiddel, sigaar || sigaar (ironisch) III-2-3
sigaret filter: feltər (Meeswijk), sigaret: səgreͅt (Meeswijk) filtersigaret || sigaret III-2-3
sijs sijs: carduelis spinus  seͅes (Meeswijk), sijsje: sijske, sijs (Meeswijk) sijs || sijs (12 groenig, maar man heeft zwart petje en sikje; alleen trek- en wintervogel, dan in dichte danszwermen, meest bij elzen; zeer geliefde kooivogel [N 09 (1961)] III-4-1
sikkel zikkel: zi.kǝl (Meeswijk) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
singel singel: se.ŋǝl (Meeswijk, ... ) Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.] I-10
sintel sinkel: RhWb VIII, kol. 158: Sinkel: Kohlenschlacke  zeͅŋkəl (Meeswijk) geheel of gedeeltelijk uitgebrande steenkool, sintel III-2-1
sinterklaas sinterklaas: Vanavond gaan we Sinterklaas spelen.  sentərklōͅs (Meeswijk) Sinterklaas: 1. Sint-Nicolaas. III-3-2
sissen sissen: sissen (Meeswijk) een scherp geluid voortbrengen door lucht of damp met kracht uit een nauwe opening te doen stromen [sissen, tissen] [N 91 (1982)] III-4-4