e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

Gevonden: 3038
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boekweitpannenkoek boekweitskoek: boekweitse koek  bōkəskōk (Meeswijk) koek van boekweit III-2-3
boenwas boensel: buǝnsǝl (Meeswijk), buənsəl (Meeswijk) boenwas [N 56 (1973)] || Met terpentijn vermengde rode of witte was waarmee aan het hout van meubels een glanslaag wordt gegeven. [N 56, 61; monogr.] II-12, III-2-1
boer boer: būr (Meeswijk), de boer (Meeswijk) boer [ZND 14 (1926)] || Waar de aangegeven meervoudsvorm afwijkt van de regelmatige -ǝ(n) achtervoeging, is dat hier opgenomen. Op kaart 5 zijn de verspreidingsgebieden van de Nederlandse afleidingen labeurder "boer" en labeuren "boeren" en "hard werken" van het Franse labeur aangegeven. [N 5A, 95b; A 3, 37; A 16, 22; A 20, 1b; L 1, a-m; L 4, 37; L 14, 6; S 4 en 6; Wi 15; monogr.] I-6, III-3-1
boer in het kaartspel boer: De boer gaat boven de tien.  bū.r (Meeswijk) Boer: 4. Kaart in kaartspel. III-3-2
boerenkool krulkool: brassica oleracea acephala  kroͅlkool (Meeswijk) krulkool I-7
boerenwormkruid reinvaar: chrysanthemum vulgare  reͅenvār (Meeswijk) boerenwormkruid III-4-3
boerenzwaluw, zwaluw stalzwalbertje: stalzwelberke (Meeswijk), zwarbel: zwau̯bəl (Meeswijk) boerenzwaluw (19 roodachtig keeltje; zeer puntige vorkstaart; nest van klei en sprietjes binnenin een schuur [N 09 (1961)] || zwaluw III-4-1
boete boete: boete (Meeswijk) een geldstraf [boete, kore, amende] [N 90 (1982)] III-3-1
bokking bokkem: bøͅkəm (Meeswijk), bəkkem (Meeswijk) bokking, gerookte haring [ZND 24 (1937)] || gerookte haring, bokking III-2-3
bolderik kruk: agrostemma githago  krøͅk (Meeswijk) bolderik III-4-3