e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

Gevonden: 3038
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brede buikriem onderhulp: oŋǝrø̜lǝp (Meeswijk) Riem die onder de buik van het paard wordt gespannen en aan de twee uiteinden van de berries wordt vastgemaakt. Hij zorgt ervoor dat het paard steviger tussen de berries staat en voorkomt dat de kar opkipt. Deze riem is breder dan de smalle buikriem opdat hij bij het opkippen van de kar niet in de buik van het paard zou snijden. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 73] I-10
brede landweg dreef: drē̜f (Meeswijk) Brede landweg of een niet-openbare weg door bouw- of weiland. [N 5A, 75a; S 7; Wi 17; L 23, 31a; L 23, 31b; L 1a-m; L 40, 25; monogr.] I-8
brede tanden volzet (bijvgl. nmw.): vǫlzat (Meeswijk) Blijvend gebit na de wisseling. [N 3A, 108c] I-11
breeddorser breeddorser: bręi̯.dēǝsǝr (Meeswijk) Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
brem brem: brɛm (Meeswijk) brem III-4-3
bretel bretel (<fr.): brəteͅl (Meeswijk), help: Ohd. hëlfa, mnl. helpe, hulpe.  øͅləp (Meeswijk) bretel III-1-3
breukhengst gebroken hengst: gǝbrōkǝn eŋst (Meeswijk), lang gesnoden hengst: laŋk gǝsnōǝi̯ǝn eŋst (Meeswijk) Een hengst waarbij door het castreren een darmuitstulping optreedt. [N 8, 61c] I-9
briefkaart postkaart: postkaart (Meeswijk), Sub post [pos], sam.  postkaart (Meeswijk) de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] || postkaart, briefkaart III-3-1
briket briket: breket (Meeswijk), eitjes: eͅi̯kəs (Meeswijk) eierkolen || langwerpig stuk brandstof uit geperst kolengruis III-2-1
bril bred: bręi̯t (Meeswijk), trulbred: trø̜lbrēǝt (Meeswijk) Verzwaard, dwars sluithout waardoor de vregelpaal gestoken werd. De vregelpaal is een boom die overlangs in de bak van de hoogkar ligt en die, samen met de vregelstok en het bindtouw, gebruikt wordt om het hooi vast te zetten (voor meer uitleg zie WLD I.3, onder de lemmata touw om het hooi vast te sjorren, vregelpaal en vregelstok). Zoals op de kaart duidelijk blijkt, is dit systeem vooral in gebruik in de streken met de meest vruchtbare grond, m.n. in het Maasland en in het zuidoosten van Haspengouw. [N 17, 14b; JG 1b; JG 2c] I-13