e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

Gevonden: 3038
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsdrijven dwarsdrijven: dwijsdrieven (Meeswijk), vregelen: cf. WNT XXIII, p. 456 s.v. "vreigelen - vreegelen, vrei(e)len, vreelen"4. (Onz. en wederk.) Alleen in Limb.: moeilijkheden maken, plagend elkaar dwarsbomen, redetwisten, krakeelen.  vréjələ (Meeswijk) dwars drijven || Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarsdrijver dwarsdrijver: waat ənən dwijsdriever (Meeswijk) Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
dweil dweil: dweͅi̯l (Meeswijk) dweil III-2-1
dwingen dwingen: dwéngə (Meeswijk) dwingen III-1-4
eau de cologne eau de cologne (fr.): odəkəlon` (Meeswijk), reukwater: B.v. Van Keulen brengen ze altijd reukwater mee.  rø̄kwātər (Meeswijk) eau de Cologne || reukwater III-1-3
echo nagalm: nagalm (Meeswijk) een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)] III-4-4
echtgenoot man: mààn (Meeswijk), mens: meens (Meeswijk) echtgenoot III-2-2
echtgenote vrouw: vròw (Meeswijk) echtgenote III-2-2
eed eed: eid (Meeswijk) eed [ZND 23 (1937)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: ēͅŋkø͂ͅrkə (Meeswijk) eekhoorn III-4-2