34063 |
geslachtsrijpe koe |
rind:
rɛnjtj (L424p Meeswijk)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|
34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
ā.mǝl (L424p Meeswijk)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bɛ.rǝx (L424p Meeswijk)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
18254 |
gesp |
gesp:
gasp (L424p Meeswijk)
|
gesp
III-1-3
|
33761 |
gespeend veulen |
gespeend veulen:
gǝspīǝnt vø̄ǝ.lǝ (L424p Meeswijk)
|
Een veulen dat gespeend, niet meer gezoogd wordt. De ontwenning heeft tijdens de vierde of vijfde maand plaats. [N 8, 2b]
I-9
|
18696 |
gesteven voorstuk van een overhemd |
borst:
boͅrs (L424p Meeswijk)
|
5) gedeelte van kledingstuk dat de borst bedekt
III-1-3
|
18543 |
gestreepte broek |
gestreepte broek:
gestreepte broek (L424p Meeswijk)
|
gestreepte broek
III-1-3
|
18828 |
getob; tobben |
gemartel:
gəmärtəl (L424p Meeswijk),
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gemartel (L424p Meeswijk)
|
gemartel [ZND 01 (1922)] || gesukkel, geprul
III-1-4
|
20369 |
getuige |
getuige:
getuige (L424p Meeswijk)
|
iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21321 |
getuigen |
getuigen:
getugen (L424p Meeswijk)
|
getuigen [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|