e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geren gelfs snijden: gɛlfs sni-jǝ (Meeuwen) Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10] II-7
gerieflijk gerieflijk: gereeflijk huus (Meeuwen), gəreefələk (Meeuwen) geriefelijk || Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gering aantal, een paar paar: ənpa.r (Meeuwen) een gering aantal [paar] [N 91 (1982)] III-4-4
gerookt spek gerookt spek: gerookt spek (Meeuwen), inz. voor vleeswaren gereikte sjònk gereikt spek  gereikt spek (Meeuwen) gerookt || spek dat gerookt is [DC 48 (1973)] III-2-3
gerst gerst: gɛrst (Meeuwen) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
gerstebier gerstebier: gerstəbeer (Meeuwen) gerstenbier [ZND 24 (1937)] III-2-3
geruite jurk geruite kleed: Sub geruit.  gəry.tə} [klɛ.it (Meeuwen) voorschoot met ruiten III-1-3
geschenk cadeau (fr.): cado (Meeuwen), kado (Meeuwen), geschenk: geschenk (Meeuwen) dat wat je kado geeft [gave, geschenk, gift, present, zende, kado] [N 89 (1982)] III-3-1
geschifte steen plat stuk: plat stęk (Meeuwen) Metselsteen die op zijn smalle kant in de lengte doormidden is gehakt. Zie ook afb. 29. [N 31, 19e; monogr.] II-8
geslacht familie: familie (Meeuwen) de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2