e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klaveren in het kaartspel klaveren: Speel klaveren (ook klee) uit; ik heb twee klaveren.  klɛ.vərə (Meeuwen), verbogen vorm van "klie  klɛvərə (Meeuwen), kleen: klie (Meeuwen), Sub klaveren: Speel klaveren (ook klee) uit.  klee (Meeuwen) Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - IV. Klaveren. [DC 52 (1977)] || Klaveren: kaartspel. III-3-2
klaverjassen (kaartspel) klaverjassen: klaverjassen (Meeuwen) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
klaverzuring zulker: zilker, silker (Meeuwen) klaverzuring III-4-3
kledij, kleren kledage: kleiage (Meeuwen), kleren: klei-er (Meeuwen), Mv. [kl.ij\\r]  klɛ.ijər (Meeuwen) [kleren] || Kent ge een verzamelwoord voor "de kleren"(kleerage, of een ander woord). [ZND 36 (1941)] III-1-3
kleed kleed: Mv. [kl.ij\\r]  klɛ.it (Meeuwen) kleed III-1-3
kleerborstel borstel: einə borstel (Meeuwen) een borstel (om kleren te borstelen) [ZND 22 (1936)] III-1-3
kleerhanger kapstok: kapstok (Meeuwen, ... ), klederhanger: kleierhanger (Meeuwen) Een gebogen hout met een haak om kleren op te hangen (kleerhanger, kapstok) [N 79 (1979)] || Gebogen houtje of beugel met haak waarop men jas of mantel zonder kreuken kan ophangen. [N 59, 35; monogr.] II-7, III-2-1
kleerkast klederkast: kleͅi̯ərkas (Meeuwen) kleerkast [ZND 34 (1940)] III-2-1
kleerkist, kleerkoffer kist: kis (Meeuwen) Een houten koffer om (kleeren in te bewaren). [ZND 28 (1938)] III-2-1
kleermaker schreuder: šri-jǝr (Meeuwen) Algemene benaming voor persoon die kleren maakt. [N 59, 197a; L 1a-m; L 28, 2; S 18; monogr.] II-7