e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raamvleugel raam: rām (Meeuwen), venster: vęnstǝr (Meeuwen) Het draaiend deel van een raam. In L 270 bestond in oudere huizen een raam uit twee gedeelten. Het bovenstuk van zo'n raam kon naar binnen worden opengeklapt. Men noemde dit het 'bovenlicht' ('bǭvǝlēx'). Zie ook het lemma 'Bovenlicht'. [N 55, 40b; A 46, 10b; monogr.] II-9
raamwerk houten cadrement: hǫwtǝ kādrǝmɛnt (Meeuwen) Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e] II-9
raapzaadolie reubsmout: rēb˱smaű.t (Meeuwen) De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.] I-5
raar, vreemd aardig: aardich (Meeuwen), aarich (Meeuwen), arig (Meeuwen), ich vòn det hèè maar hiêl arig diêj  aardig (Meeuwen), curieus: kriejeus (Meeuwen), eigenaardig: eigənaardich (Meeuwen), komiek: kəmik (Meeuwen), ook materiaal znd 19a, 003  kəmik (Meeuwen) eigenaardig || vreemd || vreemd, zonderling || zonderling || zonderling, vreemd [ZND 01 (1922)] III-1-4
raaskallen bazelen: bazelen (Meeuwen, ... ), wauwelen: wauwelen (Meeuwen, ... ) onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)] III-3-1
raat schijf: ši-jf (Meeuwen) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
rabarber rabarber: rəbarbər* (Meeuwen) rabarber I-7
rad raad: raot (Meeuwen) raad III-1-4
raden raden: raojjə (Meeuwen), roaje (Meeuwen) raden || raden, gissen naar III-1-4
radijs radijs: rədis* (Meeuwen), rədīs (Meeuwen) [ZND 41 (1943)]radijs I-7